Het Lam Gods: nooit echt origineel?

Het Lam Gods, geschilderd in 1432 door Jan & Hubert Van Eyck stond tot 1986 in de Vijd-kapel in de Sint-Baafskathedraal te Gent. Door slechte lucht- en lichtomstandigheden werd het werk nadien verplaatst naar de Villa-kapel in dezelfde kathedraal

Na recente restauraties konden het Lam Gods en de restaurateurs op veel kritiek rekenen. Velen dachten dat het werk overschilderd was, omdat de veranderingen zo drastisch waren. Niks is minder waar: het antieke kunstwerk werd hersteld naar een zo origineel mogelijke staat. Al sinds de 15de eeuw werd het werk regelmatig gerestaureerd, waarbij de ene restauratie al geslaagder is dan de andere.

Bij recente restauraties werden sporen gevonden van heel oude en ruwe restauraties. Zo zijn er bijvoorbeeld ook verschillende lagen vernis over elkaar aangetroffen. Dit deden ze om het oudere, bruin geworden vernis te maskeren: het spreekt voor zich dat dit een oplossing van zeer tijdelijke aard is.

Michiel Coxcie maakte eind 15de eeuw een kopie naar het Lam. Dit werk geeft een groter inzicht in hoe het werk er toen uitzag. Na onderzoek bleek dat in deze eind 15de-eeuwse versie ook al restauraties waren aangebracht.

Een eerste restauratie werd genoemd door Marcus Van Vaernewijck, een Gents geschiedschrijver, in de 16de eeuw. De eerste restauratie was, zo beschreef hij, catastrofaal voor het Lam. De predella die origineel in waterverf geschilderd was werd volgens Van Vaernewijck volledig vernield.

Vervolgens beschrijft Van Vaernewijck een restauratie door Jan van Scorel en Lancelot Blondeel (die overigens ook bekend stond als restaurateur). De kunstenaars werden rond 1550 opgeroepen om het 15de eeuwse schilderij ‘schoon te maken’. Dit waarschijnlijk ter gelegenheid van de tour van de katholieke Filips II doorheen de Nederlanden. Gent wou in een goed blaadje staan bij de koning en wou zijn katholieke facetten naar voor schuiven, vandaar de ‘schoonmaak’. De toren in het Lam lijkt op de toren van Utrecht. Sinds oud meester Van Scorel van Utrecht afkomstig is, lijkt het waarschijnlijk dat hij de toren en andere gebouwen op het Lam aanbracht. Filips II, die overigens ook een groot fan van Vlaamse meesters was, kwam uiteindelijk twee keer naar het werk kijken.

Van Vaernewijck wist ook nog te zeggen dat het Lam in de beeldenstorm werd gered door het kunstwerk uit elkaar te halen en in de toren van de Sint-Baafskathedraal te heisen.

Ook recenter waren er ingrepen, maar in dit artikel beperk ik mij tot de oudste restauraties.