De Belgische kunstschilder Achiel Van Sassenbroeck genoot bekendheid als exponent van de Brugse School.
Achiel Van Sassenbroeck volgde lessen aan de Brugse Kunstacademie, waar hij onderricht werd door befaamde tekenaars als Victor De Loose en Joseph Neutens. Onder meer Charles Poupaert en Pieter Raoux leerden hem de kneepjes van het schildersvak. In de academie kwam de kunstschilder in contact met medestudenten als Albert Goethals, Constant Permeke en Maurice Van Middel. Hij vervolgde zijn studies in de academie van Antwerpen, waar Van Sassenbroeck zich een tijd lang vestigde. Wanneer in 1914 de Eerste Wereldoorlog uitbrak, trad hij toe tot het Belgische Leger, waar hij als frontschilder aan de slag ging. Na de oorlog trok hij richting Brussel, waar hij zijn eigen atelier had. Hij ontmoette er befaamde kunstschilders als Ernest Claes, Herman Teirlinck en Karel van de Woestijne. Deze inspireerden hem om ook in een tijd lang in florerende kunststeden als Brugge, Oostende, Gent en Sint-Martens-Latem te verblijven. Als portrettist was Achiel van Sassenbroeck vooral geïnteresseerd in het weergeven van de armoede en ruwheid van het harde arbeiders- en boerenbestaan. Deze figuren bevolkten de landschappen en stadgezichten op zijn schilderijen. Zijn eigenzinnige stijl en goede composities maken Achiel Van Sassenbroeck tot op heden een belangrijk figuur in het kunstlandschap van de twintigste eeuw.
