De Belgische kunstschilder Armand Jamar was een exponent van het impressionisme.
Armand Jamar volgde naast een opleiding rechten ook lessen aan de Koninklijke Academie van Luik, waar hij een leerling was van Evariste Carpentier. Hij debuteerde in het jaar 1900, eveneens in zijn geboortestad. Vervolgens vestigde hij zich in het vroegere atelier van de kunstschilder Constantin Meunier. Zijn interieurs, marines en landschappen oogstten veel bijval op de Salons van Brussel, Antwerpen en Gent. Ook werd hij een belangrijk lid van de Salon des Artistes Français, waar hij in 1904 een eervolle vermelding kreeg en een gouden medaille. Na een succesvolle individuele tentoonstelling in Brussel in de Cercle Artistique et Littéraire begon hij ook opleidingen te geven aan beginnende kunstenaars. De kunstschilder Gerard Wilhelm van Apeldoorn was zijn belangrijkste leerling en navolger. Zelf behoren de vroege impressionisten, zoals onder meer Eugène Boudin en Johan Barthold Jongkind, tot zijn grootste invloedssferen. Ook zijn ontmoeting met dokter Louis de Winter, die een groot kunstliefhebber en mecenas was, was belangrijk voor de ontwikkeling van zijn schildersstijl. Armand Jamars schilderijen gaven vaak literaire en metafysische thema’s aan. De diverse landschappen die hij aantrof tijdens zijn vele reizen door Europa, de Verenigde Staten en Noord-Afrika maar ook bezoeken aan Zeeland en de Noordzeekust bleven de kunstschilder tot het einde van zijn carrière fascineren.
