De Belgische kunstschilder Charles Wellens genoot bekendheid voor zijn landschappen van de Kempen, de streek waarin hij opgroeide. Bijzonder is ook zijn medewerking bij de oprichting van het Openluchtmuseum Bokrijk.
In 1907 volgde de jonge Charles Wellens zijn eerste lessen in de schilderkunst bij de tien jaar oudere Jos Damien, een Waalse kunstschilder die in Halen woonde. Vervolgens trok hij naar Leuven om er te gaan studeren aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten. Na zijn huwelijk besloot hij zich definitief te vestigen in Hasselt. Hij richtte er een atelier in, waar hij ook schilderlessen gaf aan beginnende amateurkunstenaars. De onmenselijkheid van de Eerste Wereldoorlog zou zeker in die beginjaren een stempel drukken op zijn werk. Zijn oeuvre valt in drie perioden in te delen. De eerste, zogenaamde ‘mystieke’ periode, werd opgevolgd door een impressionistische periode. Tijdens de derde en laatste periode, ontwikkelde Charles Wellens zijn voorliefde voor het Kempisch landschap. Hij beeldde hoeves, interieurs en bewoners van de streek af. Om de kunstschilder blijvend te eren, werd in 2015 de permanente eregalerij Charles Wellens geopend.
