Cornelis Vreedenburgh was een Nederlands kunstschilder die vooral actief was tijdens het begin van de 20ste eeuw. Hij was een exponent van de Larense School.
Cornelis Vreedenburgh groeide op in een artistiek gezind gezin. Zijn vader, Gerrit Vreedenburgh, had een schildersbedrijf en was zelf ook professioneel kunstschilder. Hij kreeg dan ook zijn eerste tekenlessen van hem. Ook zijn broer, Herman Vreedeburgh, was kunstschilder. Vervolgens ging hij ook in de leer bij kunstschilders als Paul Arntzenius en W.B. Tholen. Met deze laatst genoemde grote figuur in de Nederlandse kunstgeschiedenis trok hij vaak naar rivieren en meren om er en plein air te gaan schilderen. Zo groeide zijn liefde voor het genre van het waterlandschap steeds meer. Cornelis Vreedeburgh vestigde zich na zijn huwelijk in Laren, een schilderachtig Goois stadje. Af en toe trok hij ook naar Amsterdam, waar de grachten zijn grootste inspiratiebron voor zijn schilderijen waren. Hij ondernam ook een aantal studiereizen naar Palestina en Israël, waar hij een schetsen maakte in aquarel en olieverf. De landschapsschilder was lid van kunstenaarsverenigingen als Arti et Amicitiae in Amsterdam, de Sint-Lucasgilde van Laren en Pulchri Studio in Den Haag. Vreedenburgh was dan ook een vermaard schilder in Nederland, waar hij verschillende medailles ontving op tentoonstellingen. Ook op de toenmalige kunstmarkt vielen zijn werken in de smaak; koningin Wilhelmina kocht in 1937 twee schilderijen van hem.
