Pieter Holsteyn I (de oude) en Pieter Holsteyn II (de jonge) waren Nederlandse schilders, graficussen en glaswerkers uit de 17de-eeuw.
Pieter Holsteyn I (de oude) werd geboren in de Nederlandse stad Haarlem. Hij was voornamelijk een schilder van glas in lood ramen. Hij maakte onder meer brandglas voor het stadhuis van Haarlem. Deze gingen in de loop der tijd verloren, maar werden vervangen door een andere reeks van zijn hand uit de kerk van het naburige dorp Bloemendaal. Daarnaast maakte Pieter Holsteyn I ook kleine schilderijen van insecten en planten. Zijn zoon, Pieter Holsteyn II (de jonge), werd eveneens geboren in Haarlem. Samen met zijn broer Cornelis Holsteyn kreeg hij al van jongs af aan les van zijn vader. Hij wordt vooral herinnerd als een getalenteerd schilder van planten en dieren. Hij maakte onder meer studies van tulpen. Deze aquarellen zijn te situeren in de context van de zogenaamde tulpenmanie of tulpengekte. Vanaf 1634 begonnen de prijzen van tulpen, een nieuw geïntroduceerde bloem, door het dak te gaan. In 1637 bereikten ze een historische hoogte waarna de economische bubbel uiteenspatte. Op het toppunt kosten bepaalde soorten ongeveer even veel als een grachtenpand in Amsterdam. De aquarellen van Pieter Holsteyn de Oude en Jonge zijn moeilijk uit elkaar te halen.
