Chinees porselein en de Islamitische markt
Handel tussen China en het Midden-Oosten liep langs de Zijderoute. Vooral de Tang-dynastie (618-907) staat bekend omwille van de dynamische relaties met onder andere het Abbasidische kalifaat in de 8e eeuw. Tijdens de 9e eeuw waren Chinese celadon-vazen een van de meest uit China geëxporteerde waren naar Iran. De Abbasidische pottenbakkers ontwikkelde zelf een versiering op keramieken vazen met kobaltblauwe geometrische- en bloemmotieven. De overdracht van deze techniek aan Chinese ambachtslieden bracht de ontwikkeling van een van de meest beroemde Chinese porseleinen uit de geschiedenis voort. Hierbij ontstonden Chinese porseleinen vazen en Chinese kommen met hybride vormen van Chinese en Midden-Oosterse versieringen waarbij bloem- en dier-motieven met de Chinese beeldtaal geassocieerd kan worden en geometrische motieven in een symmetrische opstelling vanuit de Midden-Oosterse traditie stammen.

In de 14de eeuw, tijdens de Ming-dynastie (1368 – 1644) vergrootte de vraag naar Chinese blauwwit-vazen en Chinese blauw-witte schenkkommen vanuit Midden-Oosterse hoek. De handel van deze kleine Chinese porseleinen kommen werd gecontroleerd door moslimhandelaren, onder andere in havensteden als Quanzhou in Fujian. Vanaf de 15e eeuw zou ook het Ottomaanse Rijk een van de nieuwe afzetmarkten van het Chinese blauwwit Mingporselein worden.