Emile Claus en samenhangende kunstenaars

De Belgische kunstschilder Emile Claus (1849-1924) genoot bekendheid als exponent van het luminisme. Zijn geboortestreek, de omgeving van de Leie, zou een bepalende rol spelen voor  zijn schilderijen. Na een opleiding aan de Antwerpse Academie verbleef de kunstschilder een tijd lang in Parijs, waar hij kennis maakte met het impressionisme. Bij zijn terugkomst ontwikkelde hij zich tot de pionier van het Belgische luminisme. Zijn van zonlicht gevulde landschappen zouden dan ook tot in de 20ste eeuw een voorbeeld zijn voor jonge schilders. In  1904 richtte Emile Claus de kunstkring Vie et Lumière op. Leden als George Morren en Adriaan Jozef Heymans streefden naar een landschapskunst naar de Vlaamse traditie en in de stijl van de Scholen van Tervuren. Het luminisme, die de nadruk legde op sterke lichteffecten en de  optische mengeling van kleuren, kende hoe langer hoe meer aanhangers. Jenny Montigny, Anna De Weert, Yvonne Serruys en Georges Buysse waren de belangrijkste leerlingen van Claus. Maar ook Anna Boch, Georges Lemmen en James Ensor sloten zich al snel aan. Allen  schilderden ze luministische landschappen, die later bestempeld zouden worden als  ‘academisch impressionisme’. De meesten onder hen waren ook lid van Vie et Lumière. Samen organiseerden ze jaarlijkse tentoonstellingen, waar hun werk bijzonder goed in de  smaak viel van het grote publiek.