Jan Frans De Boever (1872-1949) was een Vlaams schilder die gerekend wordt tot de strekking van het symbolisme.
Jan Frans De Boever werd geboren in Gent en studeerde er aan de Academie. Zijn leermeester daar, schilder Louis Tytgadt, had nog lessen gevolgd bij Alexandre Cabanel en zou later een groot pleitbezorger worden voor de oprichting van het Gentse Museum voor Schone Kunsten. Door hem werd Jan Frans de Boever geïntroduceerd in de hogere kringen van de maatschappij; al snel zou hij uitgroeien tot een gevierd kunstenaar die regelmatig exposeerde op de salons in Gent, Brussel, Antwerpen en Luik. Rond 1909 ondergingen zijn schilderijen een plotse stijlverandering: voortaan speelden wulpse vrouwen de hoofdrol in zijn allegorisch-mythologische werk, steevast geplaatst in een morbide omgeving en doordrongen van erotiek en diabolisme. Deze decadente, hoogst persoonlijke stijl zou De Boever zijn hele leven blijven aanhangen, wars van alle artistieke ontwikkelingen in de vroege twintigste eeuw. Naast schilderijen in olieverf liet Jan Frans De Boever ook een groot oeuvre in gouachetechniek na: zijn illustraties bij Baudelaires Fleurs du Mal, op vraag van fotograaf en mecenas Léon Speltinckx, worden beschouwd als zijn magnum opus.
