De Antwerpse kunstenaar Oscar Jespers vervaardigde kubistische kunstwerken tijden de 20ste eeuw.
Aan de Antwerpse academie volgde Oscar Jespers een artistieke opleiding in de beeldhouwkunst, omtrent 1912 vestigde de kunstenaar zich in zijn eigen atelier te Antwerpen. Rond 1914 maakte Jespers kennis met de modernistische dichter en kunsttheoreticus Paul van Ostaijen, die later een eerste boek uitbracht over Oscar Jespers zijn kunstwerken. Hun vriendschap leidde tot een samenwerking voor de enige Nederlandse bundel met dadaïstische poëzie: De bezette stad, waar de angst van de mensen het centrale thema vormen, aldaar worden illustraties vervaardigd door Jespers in een meer kubistische stijl. In 1921, datzelfde jaar waarin de bundel verscheen, vervaardigde Jespers ook een 11-tal sculpturen, alweer in een kubistische stijl. De werken van Jespers zijn ook duidelijk geïnspireerd door de Afrikaanse maskers waarmee men in contact kwam in het begin van de 20ste eeuw door de kolonisaties. Een jaar daarna kreeg de kunstenaar zijn eerste opdracht om een groot beeldhouwwerk te maken voor het Koninklijk Museum van Midden-Afrika in Tervuren, Vrouwenfiguur met amfora zal de titel zijn, wat natuurgetrouw werd uitgebeeld en verguld in koper. Vervolgens maakte Jespers sculpturen van karakteristieke hoofden, als ook vrouwelijke naakten. In de jaren 1925 ontmoette hij de Vlaamse expressionistische kunstenaars Constant Permeke en Gustave de Smet. Wanneer Oscar Jespers veertig jaar was, werd hij tewerkgesteld als lid van de Institut Supérieur de La Cambre door Henri van de Velde waar hij decoratieve monumentale beeldhouwkunst zou doceren. In het jaar 1928 zal Jespers voor het eerst zijn beeldhouwwerken exposeren in Parijs, zijn werken toen zijn ook te situeren in een meer expressionistische stijl. De thema’s van Oscar Jespers zijn beeldhouwwerken uiten vele elementen uit het leven zoals de geboorte, de relatie tussen moeder en kind maar ook deze tussen broer en zus, het groeien maar ook de dood, daarnaast vervaardigde hij veel vrouwelijke naakten, deze werken werden vaak gemaakt in harde Belgische steen, overigens werkte Jespers met koper, brons, witte marmer en terracotta. Omstreeks 1949 besloot Oscar Jespers lessen beeldhouwkunst te geven aan de Jan van Eyck academie te Maastricht, in de jaren ’60 werden zijn werken in vele tentoonstellingen te zien en overleed de kunstenaar uiteindelijk in zijn huis te Brussel wanneer Jespers drieëntachtig jaar was.
