Belgisch symbolisme

Het symbolisme was een stroming in verschillende kunsten zoals de beeldende kunsten, de literatuur en de muziek op het einde van de 19de eeuw, die ontstond als reactie op het realisme en het naturalisme. Op 18 september in 1866 verscheen er een symbolistisch manifest gemaakt door Jean Moréas in de Franse krant Le Figaro die enkel gaat over poëzie en dichtkunst die evoceert en suggereert en uit een persoonlijke ervaring vertrekt. Het literair symbolisme werd goed vertegenwoordigd in België destijds met symbolistische schrijvers zoals Georges Rodenbach, Bruges La Morte, geschreven in 1892, een sfeer van geheimzinnigheid maar toegankelijk ook typerend voor symbolische dichtkunst in België, desgelijks zal Maurice Maeterlinck zijn Serres chaudes uit 1889 en zijn theaterstuk La princesse Maleine, een symbolistisch drama uit datzelfde jaar bekend worden. De schrijvers zetten in op het meer onbegrijpelijke, persoonlijke beelden, eveneens op thema’s zoals vergankelijkheid, hallucinatie, de droom en de enigmatische uitdrukking van het mysterieuze. Ze vertrekken vanuit een concreet iets van wat men zag in België. Men zocht de droom in een bekende omgeving zoals Brugge. In het Belgisch symbolisme en vooral in de beeldende kunsten haalde men inspiratie uit de gotiek, de middeleeuwse kunst en het moderne primitivisme. Symbolistische kunstenaars inspireerden zich vaak op het verleden met de oude meesters van de Vlaamse Primitieven zoals Jan van Eyck, Rogier van der Weyden en Quinten Metsys. Hierbij werd er ook gebruik gemaakt van het kleur blauw en de kleurensymboliek van de middeleeuwen, ook de tweedimensionaliteit zal relevant worden. Bepaalde religieuze scènes werden toegepast en overgenomen uit de middeleeuwen zoals moeder en kind en de triptiek. De kunstenaars haalden inspiratie uit de gotiek met ridders en gebroeders die voorkwamen in romans maar ook het metafysische.

Maurice Maeterlinck die bekend stond omwille van zijn theaterstukken haalde bijvoorbeeld zijn inspiratie uit de werken van Pieter Bruegel de Oude. Xavier Mellery: Après la prière du soir is ook een symbolistisch schilderij waarbij men vrouwen een trap zien opgaan na hun avondgebed met een verwijzing naar de gotische/middeleeuwse en religieuze kunst. James Ensor wordt ook geplaatst binnen de stroming van het symbolisme wegens zijn associatie met Christus en zijn focus op de individuele en subjectieve blik en een heel persoonlijke en anti-naturalistische stijl.   Een ander belangrijk onderwerp binnen het symbolisme is de kunstenaarsvereniging Ordre de la Rose+Croix du Temple et du Graal met als vertegenwoordiger Joséphin Péladan, een kunstcriticus die schreef over de Italiaanse kunst en die voornamelijk symbolistische kunstenaars zoals Félicien Rops ontmoette maar ook schrijvers en componisten zoals Erik Satie. Hij is de stichter en mystieke leider met het idee van het mysterie, occulte en esoterische die centraal staat binnen deze groep. Péladan is een aanhanger van het esoterisme en ziet alle wereldreligies als overeenkomstig, ze verwijzen volgens hem naar een diepliggend mysterie. Ideaal volgens de symbolisten is de androgyne figuur waarbij men de geslachtelijkheid van de vrouw voor de voortplanting en de intellectuele geest van de man combineert, dit zie je van toepassing komen in het werk Fernand Khnopff, Over de stilte gemaakt in 1890. De kunstenaarsvereniging had zes salons waarvan de eerste tentoonstelling een groot succes was en kunstenaars participeerden uit andere landen. Een belangrijke vertegenwoordiger van het symbolisme is Jean Delville, hij ontmoette Joséphin Péladan in 1888 en door hem zal Jean Delville een nieuwe richting in zijn kunst gaan waar hij eigenlijk in een realistische stijl schilderde maar geleidelijk aan naar een symbolistische stijl overgaat.

Ook de Belgische kunstenaarsvereniging Les XX en het tijdschrift L’Art Moderne werd belangrijk als platform voor het Belgisch symbolisme. Les Vingt stond open voor de stijl van het symbolische waarbij op de eerste salon van Les Vingt in 1884 vertegenwoordigers van het symbolisme zoals de befaamde kunstschilder Fernand Khnopff en Félicien Rops tentoonstelden. Omstreeks oktober 1886 verscheen het symbolistisch manifest ook in het tijdschrift L’Art Moderne, in dit tijdschrift besprak men de symbolistische schilder Fernand Khnopff. Brugge was de plaats die inspirerend werkte voor de symbolisten. Destijds was Brugge de pittoreske stad waar schilders naartoe gingen, desalniettemin verklaarden symbolisten deze plaats als dood. Op dat moment was er veel armoede in Brugge waardoor dit één van de armste steden werd van België terwijl Brugge in de middeleeuwen heel veel rijkdom had. Een van de meest bekende werken die dit voorstellen was het werk Une ville morte door Fernand Khnopff uit 1889. Fernand Khnopff groeide op in Brugge en verliet de stad op 6-jarige leeftijd, hij heeft meerdere werken gemaakt met Brugge als thema en beweerde dit te schilderen uit zijn herinnering. In het werk is er een androgyne figuur te zien kijkend naar een kroon dat waarschijnlijk symbool stond voor de vergane glorie van Brugge, op de achtergrond zien we een scene van Brugge.