Chinees porselein: 19de eeuw

Tussen de Chinese porselein productie van de 18de eeuw en de 19de eeuw gedurende de Qing-dynastie (1644-1911) zat een wereld van de verschil. De extreme zucht naar vernieuwing en perfectie waarmee het Chinese 18de-eeuwse porselein zichzelf terug op de kaart zette verschoof aan het begin van de 19de eeuw naar een tendens van voortzetting van de voorgaande periode. Dit nam echter niet weg dat er onder verschillende Chinese keizers, waaronder keizers Jiaqing (1796-1820), Daoguang (1821-1850), nog zeer mooie en fijne Chinese porseleinen kommen en Chinese vazen werden geproduceerd in de keizerlijke ateliers van Jingdezhen.

De fleurige glazuren en vormen van vroeg 19de-eeuwe Chinese ‘Mark and Period’ vazen kunnen bij verzamelaars vandaag de dag nog zeker in de smaak vallen en zo ook voor verkoop naar waarde worden geschat. Naarmate de tweede helft van de 19de eeuw vorderde nam de algemene kwaliteit van de Chinese porseleinen echter aanzienlijk af. Politieke onlusten en een tijdelijke sluiting van Jingdezhen alsook de toenemende massaconsumptie speelden hierin een belangrijke rol. Ondanks dat het merendeel van de Chinese porseleinen theepotten en Chinese schotels steeds vaker door commerciële fabrieken werden geproduceerd en zo dus aan exclusiviteit verloren werden aan de vooravond van de 20ste nog enkele hoogwaardige Chinese porseleinen vazen en Chinese theekoppen gemaakt onder toezicht van keizerin-weduwe Cixi (1861−1908).

Cixi hield van bloemen en stond erom bekend dat ze de opdracht gaf om authentieke Kangxi-vazen en Kangxi ‘famille verte’-theepotten liet herschilderen naar eigen smaak. Dit maakt de identificatie van 19de-eeuws ‘Mark and Period’ porselein extra ingewikkeld. Het is dan ook aangeraden om wanneer men eraan denkt een Chinese 19de-eeuwse vaas te verkopen deze grondig te laten onderzoeken door expert alvorens een waardenbepaling te bekomen.