Chinees Qing dynastie en porselein
Het Chinese porselein uit de Qing-dynastie (1644 – 1912) kende een lange ontwikkeling en kan onderverdeeld worden in een aantal periodes die corresponderen met de regeerperiode van een desbetreffende keizer. De Qing-periode ving aan bij de Transitieperiode waarbij een overgang tussen het Chinese porselein uit de Ming-dynastie (1368 – 1644) en het Chinese porselein uit de Qing-dynastie mee bedoeld wordt. Doordat de keizerlijke kilns van Jingdezhen in 1675 verwoest werden tijdens politieke onlusten, was het een periode waarbij er weinig originaliteit en innovatie terug te vinden is bij Chinese porseleinen vazen en Chinese porseleinen borden uit deze periode. Toch zijn er zeker Chinese porseleinen schalen en Chinese vazen terug te vinden van een uitzonderlijke verfijnde kwaliteit. Vooral het blauwwitte Chinese porselein wordt beschreven als ‘viooltjes in melk’. De stilistische conventie om elementen in de decoratie niet op gelijke schaal af te beelden op Chinese porseleinen vazen werd een populaire techniek tijdens de Kangxi-dynastie (1661 – 1722) die als gouden periode van de Chinese porseleinproductie een nieuwe boost gaf aan het keizerlijke faam van het Chinese ‘mark and period’ porselein uit de Qing-dynastie.
Ook het Chinese porselein uit de twee opvolgende keizerlijke regeerperioden, van de Yongzheng keizer (1722- 1735) en keizer Qianglong (1735 – 1796) worden door kenners beschouwd als Chinees porselein van zeer verfijnde en erg hoge kwaliteit. Chinese porseleinen vazen uit de 18e eeuw zijn met een verscheidenheid aan briljante monochrome en polychrome glazuren bekleed waaronder de ‘famille verte’ en 'famille rose’. De 18e eeuw was ook een periode van grote uitwisseling met Europa. Onder invloed van de ‘chinoiserie’ gekte onder andere in Frankrijk en Engeland werd Chinees porseleinen serviesgoed als Chinese vazen en Chinese theepotten veelvuldig naar Europa geëxporteerd. Gedurende de hele Qing-dynastie werd er regelmatig teruggegrepen naar technieken en stijlen uit de eerdere Ming-dynastie en Song-dynastie (960 – 1279).
Het 19e eeuws Chinees porselein uit de Qing-dynastie zette de trends van het 18e eeuwse porselein grotendeels verder. Ook toen waren Chinese vazen in typisch blauwwit glazuur, Chinese porseleinen borden in een blauw rode polychrome afwerking en Chinese schalen in celadon zeer geliefd. Politieke onrusten tijdens de regeerperiodes van de Keizers Jiaqing (1796-1820), Daoguang (1821-1850), Xianfeng (1851-1861), Tongzhi (1862-1874) en Guangxu (1875-1908) stonden echter grote vernieuwingen in de weg en kondigden zelfs een periode van verval van het somptueuze Chinese porseleinen aan.
In 1855 werd Jingdezhen ingenomen door rebellen en de keizerlijke kilns werden afgebrand. Ondanks het gebrek aan vernieuwing werd de kwaliteit van de Chinese porseleinen vazen en Chinese theepotten wel gegarandeerd gebleven. Chinees porselein serviesgoed zoals Chinese theepotten en Chinese theekoppen worden zowel met als zonder zegels en merktekens teruggevonden. Deze zijn van belang in het taxeren van Chinese ‘mark and period’ porseleinen vazen uit de Qing-dynastie om de waarde te schatten.