De Zuid-Nederlandse kunstschilder Jacques d’Arthois was een exponent uit de barok tijd.

Jacques d’Arthois was een leerling van Jan Mertens. In 1634 schreef hij zich in in de Sint-Lucasgilde van Brussel. Daar ontwikkelde de jonge kunstschilder zich samen met Lucas Achtschellinck en Lodewijk de Vadder. Doordat zij allemaal landschapsschilders waren, werden de Zoniënwoudschilders genoemd. Ook werkte Jacques d’Arthois samen met David Teniers de Jonge en Gaspar de Crayer. Deze befaamde tijdgenoten stonden meestal in voor het vervaardigen van de figuren op zijn schilderijen. Om diezelfde reden deed hij vaak ook beroep op Jan Coxie. Krachtige, ruwe penseelstreken zijn kenmerkend voor zijn barokke schilderijen. Jacques d’Arthois werkte eveneens voor de Brusselse wandtapijtfabrikanten. In 1655 werd hij benoemd tot tapijtontwerper van de stad Brussel. Hij was een van de weinige 17de eeuwse landschapsschilders uit Brussel wiens faam in de volgende eeuwen werd herinnerd omdat zijn stijl werd geïmiteerd en gevolgd door vele andere landschapskunstenaars.
