Joseph Coosemans genoot bekendheid als landschapsschilder.

Joseph Coosemans vestigt zich in 1856 te Tervuren, waar hij samen met Alphonse Asselbergs, Théodore Baron, Hippolyte Boulenger, Edouard Huberti en Jules Raeymaekers deel uitmaakt van de School van Tervuren. Naast zijn schildersactiviteiten wordt Coosemans er gemeentesecretaris. Gestart als autodidact krijgt hij als landschapschilder les van Theodore Fourmois, Tschaggeny en Alfred Verwee. Aanvankelijk zijn de landschappen van Joseph Coosemans, onder invloed van Theodore Fourmois, zeer gedetailleerd. Later worden deze losser en breder qua vormgeving. Hij mist echter de kracht en de virtuositeit van zijn goede vriend Hippolyte Boulanger. In 1868 is Joseph Coosemans medestichter van de Sociétè libre des Beaux-Arts te Brussel. Coosemans is in 1876 ook lid van L'Essor, waarvan in 1883 een aantal leden naar de kustkring de 'XX' overstappen en in 1891 zijn er dan weer anderen die naar de kring 'Pour l'Art' overgaan. In gezelschap van Louis Dubois en Alfred Verwee reist Coosemans doorheen Normandië. Rond 1875 is hij werkzaam in het woud van Fontainebleau, de School van Barbizon in Frankrijk. Joseph Coosemans onderneemt ook een reis naar Italië en de schildersezel wordt meermaals in het Zoniënwoud te Brussel ingeplant. Verder is het uitgestrekte landschap van de Kempen een geliefkoosd werkterrein. Coosemans weet hiervan de desolate charme vast te leggen.
