Marie De Bièvre was een Belgische kunstschilderes die gespecialiseerd was in het schilderen van stillevens met pastel. Ze was vooral actief in Brussel, waar ze de Cercle des Aquarellistes et des Aquafortistes Belges mede oprichtte.
Marie De Bièvre genoot een schildersopleiding aan de Tekenschool van Sint-Joost-ten-Node, de stad waarin ze opgroeide. Al snel bleek ze een uitzonderlijk talent te bezitten voor het vervaardigen van stillevens en interieurs. Haar 19de- en 20ste-eeuwse schilderijen tonen dan ook fruit en bloemen, keurig geschikt in porseleinen en metalen schotels. In 1883 richtte de kunstenares samen met onder meer Euphrosine Beernaert en Amédée Lynen de kunstenaarsvereniging Cercle des Aquarellistes et des Aquafortistes Belges op. De groep grafische kunstenaars streefde ernaar om realistische aquarellen te promoten en zo het Brusselse publiek voor het hoofd te stoten. Later, na het ontslag van de voorzitter, stichtten de meest progressieven onder hen een nieuwe groep, Les Hydrophiles genaamd. Marie De Bièvre spande zich ook in om meer vrouwen aan de slag te laten gaan als kunstenaar, wat rond de eeuwwisseling nog helemaal niet zo vanzelfsprekend was. Daarom besloot ze om de Cercle des Femmes Peintres op te richten. De bekendste leden hiervan zijn Berthe Art, Emma Verwee en Margueritte Verboeckhoven. De kunstenaarsvereniging organiseerde vier succesvolle tentoonstellingen, waarin alleen maar schilderijen van vrouwen getoond werden. Ook maakte de pastelliste haar internationaal debuut op de Exposition Universelle Internationale te Parijs in 1900. Haar 19de-eeuwse schilderijen evolueerden geleidelijk aan naar een vrijere vormgeving en vielen goed in de smaak bij het Brusselse koperspubliek.
