Meijer de Haan

Meijer de Haan genoot bekendheid als kunstschilder en was vooral actief in Nederland.

Geboortedatum 1852 Amsterdam
Overleden 1895 Amsterdam
Oorsprong Nederlands

De Nederlandse kunstschilder Meijer de Haan volgde lessen bij Petrus Franciscus Greive. Deze  leermeester inspireerde hem om kunst naar het voorbeeld van de oude Hollandse meesters te vervaardigen. In 1874 werd hij toegelaten tot de Amsterdamse Rijksacademie van Beeldende Kunsten. Al snel zouden zijn schilderijen tentoongesteld worden op het Parijse salon, waar ze in de smaak vielen  bij het grote publiek. Meijer de Haan vestigde zich in de jaren na de voltooiing van zijn studies in  Amsterdam. Naast invloeden van Rembrandts eigenzinnige schildersstijl ging hij nu ook meer  onderwerpen kiezen uit de Joodse cultuur waarin hij was opgegroeid. Hij specialiseerde zich in de  portretkunst. In 1888 ondernam hij samen met zijn belangrijkste leerling, Joseph Jacob Isaacson, een  reis naar Frankrijk. Hij verbleef een tijd lang in het huis van de kunsthandelaar en -criticus Theo van  Gogh. Het was deze grote figuur die hem in contact bracht met zijn broer, Vincent van Gogh, die Meijers werk zeer waardeerde. Via de broers Van Gogh ontmoette hij ook kuntschilders als Camille Pissaro en Paul Gauguin, met wie hij een goede vriendschapsband onderhield. Onder invloed van de School van Pont-Aven onderging zijn schilderswijze een radicale verandering. In navolging van Gauguin ging hij  zich meer en meer richten op het cloisonnisme. Zijn schilderijen getuigen dan ook van grote, heldere  kleurvakken, gescheiden door scherpe contourlijnen. Meijer de Haan kreeg pas in deze jaren van zijn  loopbaan de erkenning die hij verdiende. Op het einde van zijn leven keerde hij terug naar Amsterdam,  waar hij het ‘alter ego van Gauguin’ werd genoemd.