De Nederlandse 17de-eeuwse schilder Meindert (Meyndert) Hobbema kent ondanks zijn moeilijke levensloop, en het gebrek aan interesse voor zijn werk tijdens zijn leven, sinds de 19de eeuw veel aanzien. De oude meester liet ons vooral landschappen na.
Kunstschilder Meindert Hobbema werd geboren in Amsterdam als zoon van Lubbert Meydertsz., die timmerman was. De achternaam ‘Hobbema’ nam hij zelf aan, zonder dat die al in de familie in gebruik was. Na het overlijden van zijn ouders werd Hobbema met zijn broer en zus opgevoed in een weeshuis. Nadien ging de antieke schilder in de leer bij Jacob van Ruisdael (1628-1682). In 1668 trouwde oude meester Hobbema en nam hij het beroep van ‘wijnroeier’ aan (een wijnroeier was verantwoordelijk voor de controle op geïmporteerde wijn). Lange tijd werd aangenomen dat de 17de-eeuwse schilder zijn activiteit hierna volledig opgaf. Recent onderzoek wijst echter uit dat Meindert Hobbema wel degelijk op de achtergrond af en toe nog antieke schilderijen produceerde. Zijn meest bekende Gouden Eeuwse schilderij is ongetwijfeld Het laantje van Middelharnis. Tijdens zijn leven werd Meindert Hobbema’s oeuvre nochtans volledig over het hoofd gezien. De interesse voor de antieke schilder kende echter een hoogtepunt in het Engeland van de tweede helft van de 19de eeuw.
