Oude meesters en gravures

Een gravure is een afdruk van een afbeelding of tekst die in een metalen of houten plaat is gegraveerd. De tekening wordt door middel van een guts of burijn in de plaat overgebracht door het wegsnijden van de delen die niet afgedrukt moeten worden. Door de plaat met inkt in te wrijven, kun je een afdruk op papier maken. Deze bijzondere druktechniek gaat terug tot in de 15de eeuw en veroverde al snel haar plaats binnen de beeldende kunst. De reproductietechniek liet namelijk hoge oplages toe voor een relatief lage prijs. De ontwikkeling van de prentkunst werd ook al snel opgepikt door de oude meesters van de zogenaamde Gouden Eeuw. In de 16de eeuw wordt Antwerpen het centrum van de graveerkunst. Christoffel Plantin had daar namelijk sedert 1555 een drukkerij die de opgang van zowel hout- als kopergravures in gang zette.

Kunstschilders hadden al snel door dat naast kaarten, wetenschappelijke illustraties en plannen de prenten wel eens handig zouden ingezet worden om hun eigen oeuvre te reproduceren. Zo geniet hun werk -door middel van circulatie- meer bekendheid. De graveertechnieken werden alsmaar verfijnder en de antieke schilders die ontwerpen bezorgden alsmaar talrijker. Deze wisselwerking zorgde voor een hoge productie van zowel komische als allegorische prenten. In de 17de eeuw stijgt de virtuositeit en expressiviteit van de graveurs enorm. Voorbeelden hiervan zijn de befaamde ‘meesters van licht en schaduw’ Rembrandt en Jacques Callot.