Restauratie en conservatie van oude meesters

Binnen het domein van de restauratie zijn er twee grote takken. Eerst is er de preventieve conservatie, waarbij de omgevingsfactoren van het kunstwerk maximaal bepaald worden om het werk van schade te behouden. Deze tak houdt zich bezich met het optimaliseren van zaken als luchtvochtigheid, temperatuur, onderhoud van het (museum)gebouw en lichtintensiteit. De tweede tak is die van de actieve restauratie. Hierbij wordt ingegrepen in de fysieke toestand van het werk. Zaken als het verwijderen en vervangen van het vernis, maar ook het actief gaan verwijderen van overschilderingen kunnen behoren tot de actieve restauratie.

Er moet in beide domeinen rekening gehouden worden met verschillende materieel-technische factoren die het antiek schilderij toebehoren. Er moet in elk geval uitgebreid in kaart worden gebracht hoe het schilderij werd opgebouwd, op welke drager het zich bevindt, welke pigmenten of bindmiddels werden gebruikt, waaruit het vernis werd opgebouwd.… Dit alles om het schilderij in de best mogelijke omstandigheden te kunnen conserveren of restaureren.

De laatste 100 jaar veranderde zeer veel op vlak van conservatie en restauratie. Panelen werden vroeger soms doorgezaagd:. Z-zo ook de zijpanelen van het Lam Gods, waardoor voor- en achterkant los van elkaar kwamen en de dief van de Rechtvaardige rechters enkel het voorpaneel kon meenemen. De achterkant liet hij achter in een Brussels station en werd al snel teruggevonden. Het Lam Gods was niet het enige werk van Van Eyck dat het hard te verduren kreeg: de annunciatie werd, eveneens in de 19de eeuw, van paneel naar canvas overgebracht. Een dergelijke transfer liep vaak mis en had soms grote implicaties voor het picturale. Dit werk liep -gelukkig- geen schade op.

Dankzij nieuwe en verbeterde technieken als fotografie, XRF, IRR, IR, microscopisch of dendrochronologisch onderzoek kan men nu beter dan ooit in kaart brengen wat de precieze omstandigheden van het kunstwerk zijn. Dergelijke technieken geven ons een enorm inzicht in het werkproces van de oude meesters: tot op enkele tientallen jaren na kan een houten drager of pigment gedateerd worden en een techniek als IRR brengt vaak de ondertekening aan het licht.

Een van de basisprincipes van de restauratie is reversibiliteit. Als men een minieme aanpassing of overschildering doet, moet die in principe ook weer volledig weg te nemen zijn. Bij grote restauraties, zoals die van het Lam Gods, is dit natuurlijk niet zo vanzelfsprekend. Daar werd de keuze gemaakt, mede mogelijk door een team experts, om het werk te herstellen in zijn ‘Eyckiaanse’ glorie en oude overschilderingen te verwijderen. Een enorm grote restauratie is uitzonderlijk: meestal ligt de focus op het reinigen en consolideren van de verflaag en het aanbrengen van retouches en vullingen waar nodig.