Oud meester Jacob Toorenvliet was als Nederlandse 17de-eeuwse kunstschilder, etser en leerling van Gerard Dou een belangrijke vertegenwoordiger van de Leidse fijnschilders.
Jacob Toorenvliet leert al jong het vak van zijn vader, Abraham Toorenvliet, een glaskunstenaar en kunstonderwijzer die van veel aanzien genoot. Zoals vele kunstenaars in die periode vertrekt de 17de-eeuwse Oude Meester na zijn studies met onder meer Matthijs Naiveu en Frans van Mieris de Oudere en zijn opleiding bij Gerard Dou op Grand Tour. Deze afstudeerreis brengt hem naar Wenen, Rome en Venetië en laat zichtbaar een diepe indruk na. In Rome sluit oud meester Jacob Toorenvliet zich aan bij de Bentvueghels, een groep antieke kunstenaars uit de Nederlanden die zich samen in Rome verenigen. Net zoals het werk van andere Leidse fijnschilders zoals Adriaen van der Werff en Gabriël Metsu, bestaat de antieke schilderijen van Jacob Toorenvliet vooral uit genrestukken, gekenmerkt door een uiterst verfijnde techniek. Rond 1680 keert de Oude Meester terug naar Leiden, wordt lid van de Sint-Lucasgilde en start er later samen met Carel de Moor en Willem van Mieris een tekenacademie.
