Het stilleven

De 17de eeuw betekent voor de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden een ware bloei van de schilderkunst. Naast de genre- en landschapsschilderkunst komt er in deze periode een nieuw soort schildercompsitie opduiken: het stilleven. In het stilleven toont de oude meester zijn virtuositeit in het weergeven van fruit, bloemen, stoffen, glazen en andere levenloze objecten. De Gouden Eeuw brengt veel grote meesters voort, zo ook in de stillevenkunst. Er zijn verschillende types van stillevens, waarvan het bloemstilleven het populairst is met beoefenaars als Balthasar van der Ast, Jan Davidsz. de Heem, Abraham Mignon en Rachel Ruysch. Hiernaast bestaan onder meer het pronkstilleven, vanitasstukken, fruitstillevens, jachtstukken, banketscènes, trompe-l’oeuil werken en markttaferelen. Grote 17de-eeuwse kunstschilders binnen de stillevenkunst zijn onder meer Melchior d’Hondecoeter, Pieter Boel, Roelant Savery en Osias Beert de Oudere.