Maniërisme

Het maniërisme is de benaming voor de stijlstroming in de Europese kunst die de overgang vormde tussen de renaissance en de barok. Het maniërisme omvat de periode van ca. 1510/20 tot 1600 in Italië, en tot in de 17de eeuw in Noord-Europa. Het volgde op de late renaissance en nam dus bijgevolg ook stijlelementen van die kunststroming over. De maniëristische oude meesters gebruikten echter ook de nieuwe kenmerken die de barok inluidden, zoals een verhoogde aandacht voor beweging, emotie en ruimte. Een uniek eigenschap van het maniërisme zijn de verlengde proporties van de figuren. De bekendste voorbeelden van maniëristische kunstenaars zijn El Greco (1541-1614) en Angolo Bronzino (1503-1572). Noord-Europese landen kenden hun eigen maniëristische traditie met het ‘noordelijk maniërisme’. Onder andere de antieke kunstenaars Joachim Anthoniszoon Wtewael (of Uyteweal, 1566-1638) en Bartholomeus Spranger (1546-1611) gelden hier als voorbeelden.