De Belgische postimpressionistische schilder Alfred Théodore Bastien genoot een opleiding aan de Academie van Gent als leerling van de dierenschilder Jean Delvin. In 1891 vervolgde hij zijn studies aan de Academie van Brussel onder Jan Frans Portaels.
Later reisde Alfred Théodore Bastien naar Parijs, om er aan de Ecole Nationale supérieure des beaux-arts te studeren. Hier maakte hij niet alleen kennis met de schilderijen van Gustave Courbet en Eugène Delacroix, maar ook met de nieuwe kunststromingen ontwikkeld door de impressionisten. Onder invloed van deze stijlen richtte ook Bastien zich op lichteffecten en creëerde hij een zacht luminisme in zijn aquarellen van landschappen, stillevens en portretten. Alfred Théodore Bastien maakte ook naam en faam als stichtend lid van de Brusselse kunstenaarskring Le Sillon. De groepering droeg het vakmanschap van het schilderen hoog in het vaandel. Net voor de Eerste Wereldoorlog reisde Alfred Théodore Bastien naar Noord Afrika, Marokko en Algerije. Terug in Brussel beschikte hij over een groot aantal schetsen die hij later uitwerkte tot schilderijen. Deze stelde de schilder tentoon in de Cercle artistique et littéraire. Alfred Theodore Bastien maakte hierna deel uit van de derde groep van de School van Tervuren. Onder andere Frans Smeers, Albert Pinot en Amédée Degreef waren ook lid van dezelfde informele groepering. Alfred Théodore Bastien werd in 1911, op verzoek van koning Albert l van België, aangesteld om een panorama van Belgisch Congo te schilderen voor de Wereldtentoonstelling van 1912 in Gent. Dit controversiële schilderij moest de lof bezingen van het Belgisch koloniaal werk. Hiervoor reisde schilder Bastien samen met Paul Mathieu naar Congo om er voorbereidende schetsen te maken. Later zou hij ook doorheen Azië reisen, waaruit vooral oriëntalistische schilderijen voortkamen. Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog vluchtte het gezin Bastien naar Groot-Brittannië. Uiteindelijk zou Alfred Théodore Bastien zijn carrière vervolledigen als leraar en directeur aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten van Brussel.
